Verhaal
Verhaal
Buiten de muren
Dit verhaal is de inzending inzendingen van Kasper Friso Heineke voor de Gelderse Schrijverswedstrijd 'Aan het Woord' 2010
Buiten de muren
Binnen de muren van de gevangenis had hij zich veilig gevoeld. Wanneer de branieschoppers of bewakers in hun verveling zich weer eens op de onweerbaren stortten, negeerden ze hem. Bewakers en gevangenen verschillen soms weinig van elkaar. Hij bleef niet alleen buiten schot omdat hij hen eveneens negeerde, maar vooral omdat hij zich ongenaakbaar voelde. Er valt niet zoveel te ontwaren in de ogen van een onschuldige man die geen wrok koestert. Hij koesterde het leven. Wie voor het leven kiest, staat sterk. Wie de schoonheid van binnen waarneemt, leert leven met een lelijke buitenkant. Het was het motto geworden waarmee hij zich staande hield. Innerlijke vermogens ontwikkelen zich vaker in crisis; hij had in betrekkelijke rust uren doorgebracht in meditatieve contemplatie.
De bel ging. Opstaan, naar buiten!
De laatste keer dat hij thuis de bel hoorde, klonk dat als naderend onheil. Het verraadde zich in de manier waarop de vinger van de rechercheur op het knopje drukte. Bescheiden mensen, zoals de postbode, geven een kort belletje. Vrienden twee of drie stootjes achter elkaar. Maar dit klonk net iets te lang. En op een ongebruikelijk tijdstip.
Zij kwam 's avonds thuis en vond een leeg huis. De laptop was weg. Er bleek meer weg te zijn: Zijn tandenborstel, scheerspullen, wat kleren. Ze werd ongeruster naarmate het dieper tot haar doordrong dat hij weg was. Waarom? Waarheen? Was er een ander? Hij had geen briefje achtergelaten, zoals hij gewoonlijk deed wanneer hij haar niet opwachtte. Briefjes waarmee hij haar altijd vrolijk maakte. Ze wreef over haar bolle buik alsof ze troost zocht bij het nieuwe leven dat daar binnen groeide. Veilig verborgen liefde in een kleine zoete zee. Een zelfstandig universum zolang het niet rijp is voor de buitenwereld.
Mannen lopen vaker weg als de geboorte van hun kind nadert. Zou zij zich in hem vergist hebben? Durfde hij de verantwoordelijkheid niet aan? Plots leken zijn lieve woordjes en liedjes tegen haar buik in haar herinnering te verdampen als een fata morgana. Hij, haar zingende boekhouder, was toch juist helemaal gek met dit kind? Moest en zou hij niet iedere keer luid en duidelijk maken dat hij er was? Hallo kindje hier is je pappa.
De nazomerse zon drong het politiebureau binnen en gaf haar lokken een gouden gloed. Ze zat tegenover hem en was razend.
'Je wist toch zeker wel waar je mee bezig was? Hoe kon je zo stom zijn?'
'Het waren op het eerste gezicht normale transacties, zo lang ben ik er ook weer niet mee bezig geweest.' Het klonk alsof hij het zelf ook niet kon geloven.
'En ons kind dan?'
Hij zuchtte. 'Doe alsof ik op reis ben. Een lange reis. Wacht op me tot ik terug ben. Dit ga ik alleen doen.'
'Je krijgt op den duur toch verlof, in jouw geval...'
'Af en toe een weekendje naar huis zeker. En dan weer terug? Bovendien, een gevangenis is geen plek voor een baby, ik zou me kapot schamen.'
'Kinderen oordelen niet’, probeerde ze nog tevergeefs.
'Blijf weg. We houden contact, maar blijf weg.'
Hij koos voor de gifbeker. In afzondering kun je ook liefhebben, dat zou tegengif bieden. In Tibet bidden talloze monniken voor een betere wereld. Zij richten hun genezende pijlen al mediterend op aardse wonden en die treffen doel.
Vastgoedfraude is moeilijk te bewijzen. Maar als het OM zich stevig in een zaak vastbijt, valt er ook moeilijk aan hun bewijsvoering te ontsnappen. Procederen tegen de staat is een kwestie van een lange adem, een enorme bankrekening en de juiste getuigen. Aan deze drie voorwaarden kon hij onmogelijk voldoen. Er werd hem een pas afgestudeerde advocaat toegewezen. Weliswaar van een gerenommeerd kantoor, maar zodra een beginneling op zo'n zaak gezet wordt, weet je dat er weinig eer te behalen valt. Aanvankelijk leek de jonge advocaat nog vol van zijn strategie waarmee, in zijn woorden, de slang in zijn eigen staart zou bijten. Deze woorden droegen de vastberadenheid van David die het opneemt tegen Goliath. Maar gaande het proces veranderde zijn strijdlustige opvatting in de mening dat je niet moet procederen óm het procederen. De afspraak 'no cure no pay' leek vanaf dat moment te bevestigen dat de zaak voornamelijk de nieuwe kracht diende, om ingewerkt te worden zonder al te veel gezichtsverlies voor het advocatenbureau.
Hij stond buiten. Het viel hem op hoe sprankelend de herfstkleuren van de bladeren aan de kalende bomen waren. Nooit eerder waren hem de vele schakeringen zo opgevallen. Ineens begreep hij waar dit vandaan kwam. Het is niets minder dan het kleurenpalet van de zon dat zich openbaart in deze kleurenpracht. Door het smalle raam van zijn cel had hij de zon zo vaak onder zien gaan. De wereld ontroerde hem. Hij had geen straf uitgezeten, hij was een ander mens geworden.
Zich beheersen was het belangrijkste dat hij had hij geleerd. Want wat heb je aan razernij als de muren van geen wijken willen weten? Hij leerde zich af te sluiten voor de nachtelijke geluiden; in de gevangenis is het zelden stil. Op den duur bleken de nachten te kort. In het pikkedonker was de ruimte. Dan keek hij door de muren heen.
Het verbaasde hem soms hoe groot vrijheid kon zijn. Als op zulke momenten haar afwezigheid zich meedogenloos opdrong, wanneer zij ongevraagd opdoemde, naakt, met een ontembare blik in haar ogen, liet hij haar binnen en gaf zijn lichaam roerloos alle ruimte om de begeerte tot extatische hoogte te ondergaan. Overgave is ontvangen. Uiteindelijk ging de verrukking over in een zoete slaap.
De enige momenten waarop hij blij was dat de nachten ten einde kwamen, waren de herhaaldelijk terugkerende belevingen waarin hij onder zijn bed een luik ontdekte. Daaronder bood een stelsel van trappen toegang tot kamers met weidse uitzichten. Het bleken steevast onontdekte vertrekken van zijn eigen huis. In de keuken aangekomen, stond hij plots oog in oog met zijn lang geleden gestorven vriend. De mengeling van verbazing en felle verontwaardiging dat hij nog in leven was en de vraag waar hij al die tijd had uitgehangen, ontlokte geen enkele reactie van de kokende dode. Bij het proeven van het gerecht wonnen de emoties het van het spookbeeld en werd hij huilend wakker. Ondanks dat hij zich steeds meer bekwaamde in het bewust worden van zijn dromen, sinds hij eens het asfalt waarop hij liep, doorroerde alsof het water was en van plezier om zijn wakkere slaaptoestand metershoge sprongen maakte, kon hij zich nog maar moeilijk verenigen met de nachtmerries die met hem een loopje namen. Hij voelde het verraad van datgene dat zich als waarheid openbaarde, maar weigerde het als bedrog te zien. De keren dat hij in de cel wakker werd met zijn geliefde naast zich om er daarna achter te komen dat hij droomde, vulden hem ondanks het gemis telkens weer met dankbaarheid.
Vanavond zou hij werkelijk naast haar liggen. Eindelijk! Toch beangstigde de thuiskomst hem. Niet omdat hij zich haar heerlijke lijf niet meer kon herinneren. Het verlangen naar haar was behouden gebleven als een parel in een gesloten schelp. De geur, geluiden en iedere beweging van haar stonden onwrikbaar in zijn ziel gegrift. Het was een deel van hemzelf geworden. Maar vandaag stond er nog iemand op hem te wachten. Van bijna drie.
Pappa keerde van een lange reis terug, zoals heel vroeger met scheepslui gebeurde. Dan stond er opeens een man in de keuken.
'Ik ben jouw vader', werd er gezegd tegen het kind dat hem voor het eerst zag en beteuterd aan haar vale jurkje plukte.
Gedurende de reis op zee bleek de rest van het kroost flink gegroeid. Sommigen waren ziek, of dood. Ongeschoren, ongewassen belandde de opvarende met zijn vrouw in bed. Onhoudbare lust dat zich zwetend een weg naar buiten baant. En naar binnen, zonder zich om vuil of kinderen te bekommeren.
Dat was nu anders. Hij wist alles. Hij schreef brieven, kreeg kaartjes, e-mail en foto's. Foto's die zijn cel sierden en hem blijmoedig maakten. Niet professioneel geschoten als de deprimerende met siliconen gevulde pin-ups die aan de muren van andere cellen hingen, maar gewone kiekjes waar liefde en vrolijkheid vanaf straalden. Wanneer zij ouder was, zou hij haar kunnen vertellen van de reis die hij gemaakt had. En dat zij hem zo veel geluk had gebracht. Dat was zo vanaf het moment dat zij zich in haar moeders buik had genesteld. Maakt geluk je minder kwetsbaar als je er naar streeft dan wanneer het je overkomt? Streven naar geluk is een voorwaarde tot een gelukkig leven, maar groter dan tussen ouder en kind kan liefde kennelijk niet zijn. En dat is geluk.
Ze stonden in de keuken toen hij aanbelde.
'Daar is pappa', hoorde zij zichzelf zeggen.
Zijn dochter deed open. Op de puntjes van haar tenen kon ze net bij de deurklink.
'Dag pappa. Wil je zingen?'
Zijn adem stokte. Hij bleek al een plaats in dit kinderhart te hebben.
'Dag kleine schat'.
Hij was binnen.
Auteur: Kasper Friso Heineke
Deelname schrijfwedstrijd 'Aan het Woord' 2010
‘Aan het woord’ 2010